Op kamers gaan tijdens je studie, dat wordt steeds zeldzamer. Meer studenten blijven bij hun ouders wonen. Wie wel uit huis gaat huurt vaker dan vroeger een studio met eigen voorzieningen in plaats van een kamer.
Vijf jaar geleden woonde 42 procent van de studenten nog thuis bij de ouders. Inmiddels gaat het om 48 procent. Dat blijkt uit de jaarlijkse Landelijke Monitor Van Kences(externe link), het Kenniscentrum voor Studentenhuisvesting.
Uit huis gaan te duur
Dat studenten vaker bij de ouders wonen komt volgens Kences-directeur Paul Tholenaars voor een belangrijk deel door het afschaffen van de basisbeurs in 2015. “We zien dat studenten steeds later het ouderlijk huis verlaten en dat doen ze vooral om financiële redenen.”
Tekort van 22.000 woningen
Een andere reden is het tekort aan studentenwoningen. Volgens Kences zijn er landelijk 22.000 woningen te weinig. In 11 van de 21 studentensteden die Kences onderzocht is de woningmarkt voor studenten “zeer krap”.
Groot deel van inkomen naar wonen
Studenten die wél uit huis gaan zijn gemiddeld 44 procent van hun inkomen aan wonen kwijt. Het gemiddelde maandbudget van een uitwonende student is € 1.065 (inclusief studieleningen en bijdragen van ouders), de gemiddelde woonlasten € 470. Wie op kamers woont is per vierkante meter duurder uit dan wie een zelfstandige eenkamerwoning huurt. Dat komt vooral omdat er alleen voor zelfstandige woningen huurtoeslag mogelijk is. Alleen bij uitzondering kun je voor een studentenkamer toeslag krijgen.
Vaker zelfstandige studio
De meeste uitwonende studenten wonen nog altijd op kamers (55%). Maar vanwege de mogelijkheid voor huurtoeslag is al een aantal jaren de trend dat er vaker voor éénkamerwoningen met eigen keuken en badkamer wordt gekozen. Daar valt ook vaker voor te kiezen omdat aanbieders er meer voor bouwen. Het aantal kamers nam af (-5500 in 2 jaar) terwijl het aantal zelfstandige éénkamerwoningen voor studenten juist toenam (+6400 in 2 jaar).
Wonen op kamers aantrekkelijker maken
Kences en studentenvakbond LSVb zien voor studenten ook hele goede kanten aan wonen op kamers, samen met medestudenten. Juist ook in deze coronatijd. Wie met andere studenten samenwoont is minder snel eenzaam en komt de studietijd vaak vrolijker door. De organisaties pleiten dan ook samen voor ’een betere verhouding tussen de huurtoeslag voor woningen en voor kamers’, zodat wonen op kamers aantrekkelijker wordt.
Bron: Woonbond.nl